Verhalen uit de praktijk
Ervaring van Henri Withaar te Balkbrug
De nieuwe melkrobot van Henri en Erna Withaar bevindt zich op een bijzondere plek. Wie de stal binnenloopt, ziet het meteen: de M2erlin staat deels op het voerpad en deels op de roostervloer. Het is een tijdelijke opstelling. Henri Withaar hoopt dat de robot eind november wordt verplaatst naar zijn definitieve plek.
Intussen draait de robot uitstekend. Ook het schoonspuiten gaat gemakkelijk. De zandzakjes op het voerpad houden het reinigingswater tegen. Het water loopt mooi weg in het afvoerputje. "Toevallig hadden we op deze plek een putje", vertelt Henri Withaar. "De M2erlin is robuust, met weinig losse delen. Alles is van rvs. Het schoonmaken is eenvoudig en gaat snel."
De melkveehouders zijn begin 50 en hebben geen opvolger. Ze willen nog zeker 10 tot 15 jaar door met boeren. De melkrobot zorgt voor arbeidsverlichting en flexibiliteit. "Onze drie kinderen hebben andere ambities. Daar is helemaal niks mis mee. Als opvolger moet je er 100 % voor gaan en dien je boer in hart en nieren te zijn", aldus Withaar.
Bij de keuze voor een melkrobot ging Henri Withaar niet over een nacht ijs. Aanvankelijk dacht hij aan een tweedehands exemplaar. Na overleg met de boekhouder koos hij toch voor een nieuwe robot. "Ik wil nog een poosje door. Met een gebruikte robot weet je niet hoelang je vooruit kan. Het was voor mij dus wel aantrekkelijk om in een nieuwe robot te investeren."
Withaar vergeleek verschillende robotmerken met elkaar en oriënteerde zich goed. Na een bezoek aan een melkveehouder in Dedemsvaart viel de keuze op de M2erlin van Fullwood. "Dankzij de elektrische arm is de melkrobot heel erg stil. Je hoort alleen de pulsator. Van storingen had hij geen last. Dat was voor hem ook een belangrijke reden om voor Fullwood te kiezen. 'Dat ding moet gewoon draaien', zo zei hij tegen me. Ik vind dat ook belangrijk", aldus Withaar.
Withaar kampt met schouderproblemen. Zelf melken lukt hem niet meer. Het fysieke ongemak was voor hem de reden om de oude melkstal (10 stands zij-aan-zij) voortijdig te vervangen. "We wilden de melkrobot eigenlijk pas in 2019 in gebruik nemen. Door mijn schouderproblemen heb ik de robot eerder besteld. De stal was daar nog niet op aangepast. Dat is ook de reden dat de M2erlin nu in een tijdelijke opstelling staat."
Withaar is bijzonder goed te spreken over de M2erlin. "Vanaf dag 1 draait de melkrobot super. De koeien waren heel snel gewend aan de melkrobot. Ik had vooraf vreemde arbeid ingehuurd, zodat ik me helemaal kon richten op het robotmelken. Maar het ging zo goed, dat ik die extra arbeidskracht maar weer heb afgebeld."
Juist toen Nederland gebukt ging onder een hittegolf maakten de koeien van Withaar kennis met de melkrobot. "Ik vond het best wel spannend. Het had gigantisch mis kunnen gaan. De tropische weersomstandigheden waren een risicofactor voor de uiergezondheid. Ik zat er daarom bovenop en was heel scherp. Maar het ging meteen goed, zodat ik er ook niet van wakker heb gelegen", vertelt de melkveehouder, die afgelopen zomer investeerde in een grote ventilator om het stalklimaat aangenaam te houden.
Met de M2erlin is het lage celgetal op het bedrijf nog verder gedaald. "Het celgetal is gedaald van 156 naar 46", aldus Withaar, die de complimenten van de dierenarts trots in ontvangst nam. Withaar stelt alles in het werk om uierontsteking te voorkomen. "Als de robot twee keer een waarschuwing afgeeft, grijp ik meteen in. Ik gebruik uiermint om preventief kwartieren te behandelen. Dat werkt voortreffelijk." Na de overstap kwam geen enkele koe in de gevarenzone. De melkveehouder stond er van te kijken. "Ik was er eigenlijk vanuit gegaan dat de overstap op robotmelken enkele koeien zou kosten. Maar dat is niet het geval."
Medio september liet Withaar zijn koeien alweer naar buiten gaan, amper 6 weken na de overgang op robotmelken. "Ik werd door sommigen voor gek verklaard. Maar ik durfde het aan. Het liep goed en ik had nog een paar dagen weidegang nodig voor de weidepremie, haha." 's Ochtends om 6.30 uur gaat de deur in de achtergevel open. Na het robotbezoek gaan de koeien naar buiten. Zo rond 9.30 uur loopt de hele koppel buiten. De dieren gaan in de loop van de middag weer naar binnen. "De dieren hebben nu nog niet door dat ze individueel heen en weer kunnen lopen tussen stal en weiland. Ik verwacht dat ze volgend jaar doorkrijgen dat ze zelf van en naar de robot mogen", aldus Withaar, die in 2019 weidegang wil toepassen op 3 blokken van 4,5 hectare. "Weidegang staat bij ons absoluut niet ter discussie."
Rondom de robot heeft Withaar veel ruimte gecreëerd. Hij schrapte onder meer 4 ligboxen. Ruimte voor koeverkeer is essentieel, zo stelt hij. "Bij robotmelken zijn twee dingen van groot belang. Je moet tenminste 5 meter ruimte achter de robot hebben en je moet er voor waken dat er geen penicilline in de melktank komt." De koeien lopen via de zijkant de robotbox in, via een vrij nauwe inloop. Dat werkt uitstekend, aldus Withaar. "Ze lopen er gemakkelijk in en kunnen niet terug."
Eind oktober lopen de koeien nog buiten. Het gemiddelde aantal melkbeurten is 2,6. Zodra de koeien straks op stal staan, loopt dat aantal op. "Laatst hadden we de koeien een dag binnen. Toen was het aantal melkbeurten meteen opgelopen naar 2,9." Withaar verwacht dat hij met de M2erlin zeker 10 % productiewinst kan boeken. "Een productie van meer dan 9.000 liter is zeker haalbaar", aldus Withaar, die zijn dieren niet over de kling wil jagen en het krachtvoerverbruik wil beperken.
Het gastouderverblijf is een goedlopende tweede tak. Mensen brengen hun kinderen bewust naar het boerenbedrijf, waar ze tussen de dieren opgroeien. "Mijn vrouw heeft al 20 jaar oppaskinderen. Een jaar of 7 geleden is ze officieel gastouder geworden", aldus Withaar, die geniet van de gezellige drukte op het bedrijf en de omgang met de kinderen en hun ouders.
Ervaring van familie Otten te Makkinga
De familie Otten melkt sinds een paar jaar met drie M2erlins van Fullwood. Met drie melkbeurten per dag en veel aandacht voor dierenwelzijn is de productie flink gestegen.
Freek en Geke Otten boerden jarenlang in het Drentse Wapse. Hun zoons Arno (36) en René (34) hadden de ambitie om het bedrijf samen voort te zetten. Met 80 melk- en kalfkoeien was de bedrijfsomvang echter niet toereikend voor twee gezinsinkomens. Plannen om de stal te verdubbelen werden gedwarsboomd. "We zaten te dicht op de natuur. De ammoniakruimte was beperkt", vertelt René Otten.
De melkveehouders besloten hun blik te verruimen en zochten in Drenthe naar alternatieve uitbreidingslocaties. in 2013 gingen de melkveehouders met Provincie Drenthe om tafel. "De provincie wilde ons bedrijf kopen. Uiteindelijk vonden wij in het zuidoosten van Friesland een geschikte locatie om uit te breiden", vertelt René. De boerderij in Makkinga ligt op ongeveer 20 minuutjes rijden van hun vorige bedrijf in Wapse.
Familie Otten kocht het melkveebedrijf in 2014. Meteen na de aankoop volgde begin2015 een grote uitbreiding. Er kwamen 126 ligboxen bij. "In het oude staldeel hebben we 65 ligboxen voor melkkoeien, 35 plaatsen voor droge koeien en houden we 22 pinken", vertelt René Otten. De traditionele Fullwood-melkstal maakte plaats voor drie M2erlins. "In Wapse molken we in een 2x6-melkstal van Westfalia. Mijn vader had aangegeven dat hij in Makkinga niet meer wilde melken. Mijn broer en ik hebben toen voor robots gekozen."
Arno en René dachten aanvankelijk ook aan het plaatsen van een carrousel. Het kostenplaatje én de fysieke arbeid weerhield hen ervan voor zo'n type melkstal te kiezen. "Je hebt een grote wachtruimte nodig. Dat kost ruimte en geld", vertelt René Otten, die ruim 2 meter lang is. "Door mijn lengte ben ik kwetsbaar voor fysieke ongemakken", aldus de melkveehouder. De broers gingen met verschillende robotfabrikanten om tafel. Uiteindelijk kozen ze voor Fullwood. "Wij waren eerlijk gezegd niet zo bekend met de robots van Fullwood. Maar ze kwamen met een goed verhaal. Dat heeft ons overtuigd."
René Otten is positief over de 'doeltreffende' M2erlins. "Het is technisch gezien een goede machine. De robots melken geruisloos en zijn erg stil. Dat vind ik echt een pluspunt. Dankzij de elektrische aansluitarm is de robot ongetwijfeld energiezuinig, maar eerlijk gezegd heb ik daar geen concrete cijfers van."
Met een rollendjaargemiddelde van 12.033 liter (met 4,03 % vet en 3,57 % eiwit) behoorde familie Otten vorig jaar tot de twintig topmelkers van Nederland. De cijfers waarmee de melkveehouders 2017 afsloten zijn inmiddels gestegen naar 12.310 liter (4,12 % vet en 3,52 % eiwit). Wat Otten betreft is het einde nog niet in zicht. "Er zit nog rek in", aldus de melkveehouder, die momenteel 147 melk- en kalfkoeien en 90 stuks jongvee (45 kalveren en 45 pinken) heeft.
De topproductie is te danken aan het feit dat de melkveehouders volop inzetten op dierenwelzijn en comfort. De koeien liggen in diepstrooiselboxen, gevuld met zand. De dichte rubbervloer is van Opti-Cow. "Daarbij is het aantal melkbeurten met de robots gestegen van 2 naar 3", aldus Otten, die zijn koeien in twee groepen melkt. De vaarzen en een gedeelte van de tweedekalfskoeien zijn gehuisvest in het oude staldeel en zijn aangesloten op één robot. In het nieuwe staldeel (0+6+0-rijig) staan twee robots opgesteld. "Dat is een extra voordeel van de robots: je kunt met gescheiden staldelen werken."
Werken met zand in de boxen vereist aandacht. Je moet het zand kunnen verwerken. Familie Otten werkt met een spoelsysteem met een bezinkbak. De bezinkbak wordt 3 tot 4 keer per jaar geleegd. "Het dierenwelzijn is groot, maar zand zorgt voor slijtage", aldus Otten. De M2erlins zijn na enkele aanpassingen goed bestand tegen het zand. Otten kan goed monitoren welke problemen exact door het zand zijn ontstaan. De koeien in het oude staldeel liggen namelijk niet in zand. "Die robot was aanvankelijk veel minder aan slijtage onderhevig."
Otten laat zien welke robotonderdelen inmiddels zijn vervangen. Hij liet een nieuwe plaatje op de aansluitarm maken, om slijtage te voorkomen. Tussen de cups ging zand zitten. Door een extra zaagsnede worden de cups nu extra geklemd, waardoor er geen zandkorrel tussen kan komen. De touwtjes werden vervangen. "Dit zijn robuuste exemplaren", aldus Otten.
De gemiddelde dagproductie ligt eind september 2018 op 39 liter per koe. René Otten wil terug naar 40/41 liter, de productie die afgelopen winter al werd gehaald. "In Wapse hadden we al het idee dat de koeien veel in hun mars hadden. Toen bleef de productie schommelen rond 9.000 liter per koe. Nu we met de M2erlins melken en de dieren alle ruimte hebben en op zand liggen, wordt dat gevoel bevestigd."
Ervaring van Martien en Rens Kluijtmans te Sint Oedenrode
Martien Kluijtmans (63) molk jarenlang in een 2x7-visgraat van Fullwood. De laatste jaren was de capaciteit van die melkstal niet meer toereikend voor de gegroeide veestapel. "We konden maximaal 60 tot 70 koeien per uur melken", vertelt bedrijfsopvolger Rens Kluijtmans (30). In maart 2017 namen vader en zoon Kluijtmans een nieuwe melkstal in gebruik. Sindsdien laat Martien Kluijtmans het melken graag over aan zijn zoon Rens.
Bij de keuze voor het type melkstal gingen de melkveehouders bepaald niet over één nacht ijs. Ze vergeleken verschillende soorten melkstallen, deden ervaring op in de praktijk en kozen uiteindelijk voor een Quick-E Swing-Over melkstal. "De structuur van tweemaal daags melken past bij mij. Ik vind het belangrijk om alle koeien te zien. Daarbij wil ik in korte tijd veel koeien melken. Het bedieningsgemak moet groot zijn, aangezien we met drie verschillende melkers werken", vertelt Rens Kluijtmans over zijn keuze.
Hij ging met drie fabrikanten om tafel en koos voor Fullwood, de fabrikant van wie ook de visgraat afkomstig was. "Die melkstal is ons altijd goed bevallen. We wilden Fullwood daarom een kans bieden", aldus Kluijtmans, die blij is met zijn keuze. "In de praktijk raakte ik snel onder de indruk van de Swing-Over van Fullwood. Het gevoel was meteen goed. De melkstal is robuust en straalt veel degelijkheid uit. Ik heb veel vertrouwen in de melkmeting. Dat is een bewezen systeem. De prijs van de melkstal was bovendien concurrerend."
De melkstal heeft een open karakter en is opvallend licht. De lichtstraten in de nok van de stal dragen daaraan bij. De leidingen van de melkstal zijn boven elkaar weggewerkt, waardoor de put erg ruimtelijk oogt. Kluiijtmans koos bewust voor een beweegbare putvloer. "Ik ben 1,97 meter lang. We werken met verschillende melkers. Zo kan iedereen op de juiste werkhoogte melken."
Kluijtmans is onder de indruk van de capaciteit van de melkstal. Hij melkt moeiteloos 120 koeien in 70 minuten. "En dan heb ik ook al schoongespoten", zo vertelt hij. Volgens hem is het zelfs mogelijk om 140 koeien in 45 minuten te melken. "Mensen geloven me vaak niet als ik dat zeg. Maar als ze komen kijken, dan zijn ze onder de indruk van de melksnelheid. 'Wat gaat dat vlug', hoor ik dan", vertelt Kluijtmans met een glimlach. "Het melken gebeurt gewoon in een goede flow. Ik kan continue doorwerken. Voorheen moest ik vaak wachten en waren de koeien de beperkende factor. Dat is nu niet meer zo. Melken in deze melkstal is echt een verademing."
Belangrijke voorwaarde voor een gestroomlijnd melkproces is het koeverkeer. Vader en zoon Kluijtmans zijn zich daar terdege van bewust en dachten lang na over een optimale routing van en naar de melkstal. Ze kozen voor een grote, onoverdekte wachtruimte. Met behulp van een automatisch opdrijfhek worden de koeien naar de melkstal gedirigeerd. "De wachtruimte is een weinig belopen ruimte en is daarom niet overdekt", aldus Kluijtmans.
De terugloopgang is smal, zodat koeien er niet naast elkaar gaan lopen en goed gesepareerd kunnen worden. Kluijtmans heeft niet gekozen voor automatische koeherkenning en daarom zet hij de te separeren dieren voorafgaand aan het melken in de computer, waarna ze na het melken automatisch worden gesepareerd. "Ik ben erg blij met het selectiehek. Het zorgt voor werkgemak en je zit toch korter op je koeien." Kluijtmans wil in de melkstal nog een netwerkverbinding met de computer maken. Op die manier kan hij tijdens het melken nog separatiedieren invoeren. "Nu moet ik vanuit de put naar de computer lopen. Ook al gebeurt dat maar zelden, één keer is me al te vaak."
Op advies van de dealer verkoos Kluijtmans de zogenoemde positioneringshekjes (Quick-E-hekwerk) boven de standaard buizen. "Ik was behoorlijk sceptisch of deze hekjes voor een betere plaatsing van de koe zouden zorgen. Toch werkt het wonderbaarlijk goed, zeker gezien het feit dat we met veel verschillende soorten koeien werken. Maar het scheelt natuurlijk ook dat er veel rust heerst in de melkstal."
Afgelopen winter is Kluijtmans gestopt met het dippen na de melkbeurt. "De dip raakte bevroren. Ik wilde wel eens kijken wat de gevolgen zouden zijn", vertelt Kluiijtmans. Het bevalt hem prima. Hij kan sneller melken, terwijl de uiergezondheid op peil blijft. "De uiergezondheid is in de nieuwe melkstal sowieso flink verbeterd."