Verhalen uit de praktijk
Ervaring van Leo en Jomien Eenennaam te Grijpskerke
Op Zuivelboerderij Hoogelande kijken ze terug op een hectisch voorjaar. De coronacrisis zorgt voor veel extra drukte, zo vertelt Jomien van Eenennaam. “Mensen ontweken supermarkten en steunden lokale ondernemers. Dat hebben we in onze boerderijwinkel zeker gemerkt.” Voorlopig blijft de drukte nog wel even aanhouden, zo verwacht Jomien. “De zomer is voor ons het hoogseizoen. Er komen dan veel toeristen onze kant op, waaronder ook veel Duitsers.” De boerenzuivelproducten van Leo, Jomien en Lennard van Eenennaam zijn erg in trek bij onze Oosterburen. Na afloop van hun vakantie vullen sommige Duitse toeristen hele koelkasten vol met yoghurt, vla en karnemelk van Zuivelboerderij Hoogelande.
Leo en Jomien beginnen in 1998 met het verzuivelen van (een deel van) hun eigen melk. Ze starten kleinschalig met het maken van milde yoghurt, die ze leveren aan een kaasmakerij. Hun yoghurt valt in de smaak en Leo en Jomien zien kans hun afzet te vergroten. Ze liften dankbaar mee op het succes van streekproducten, maar maken uiteindelijk zelf het verschil met smaak en kwaliteit. “Het is een uit de hand gelopen hobby”, vertelt Jomien, die het vak als zelfzuivelaar zich als een ware autodidact zelf eigen maakt.
Klanten blijven terugkeren en mond-op-mondreclame zorgt bovendien voor nieuwe aanwas. Wat ooit begint als kleinschalige yoghurtmakerij groeit uit tot een volwaardige tweede bedrijfstak. Leo en Jomien vergroten hun productaanbod, beginnen een eigen boerderijwinkel en professionaliseren hun zuivelruimte. Inmiddels staan er drie grote ketels (2 van 400 liter en 1 van 500 liter) opgesteld. Met 35 vaste afnemers en een goedlopende boerderijwinkel lukt het hen om hun eigen melk goed te verwaarden. “We groeien gestaag en verwerken nu ruim 25 % van onze totale productie”, vertelt Jomien, die soms 4.000 liter vloeibare zuivel per week maakt.
Het is die typische ‘smaak van vroeger’ die klanten telkens weer doet verlangen naar de zuivelproducten van Leo, Jomien en Lennard. De zelfzuivelaars maken onder meer volle en magere yoghurt, vijf soorten vruchtenyoghurt, vanille vla en chocolade vla. “We maken ook vla met de smaken bitterkoekjes, frambozen en rum”, vertelt Jomien, die het ontzettend leuk vindt dat tevreden klanten blijven terugkomen.
Melk verzuivelen is arbeidsintensief. Wanneer ze in 2015 plannen maken voor het bouwen van een nieuwe stal zijn Leo, Jomien en Lennard het er vrij snel over eens dat ze hun koeien automatisch willen melken. Dat zorgt immers voor veel arbeidsflexibiliteit. De melkveehouders bekijken drie types melkrobots en kiezen vol overtuiging voor de M2erlins van Fullwood Packo.
Leo en Jomien wonen en boeren sinds 1991 op de boerderij, die daarvoor wordt gerund door de ouders van Jomien. De melkveehouders breiden hun bedrijf langzaam maar zeker uit. Ze groeien van 30 naar 60 koeien, beginnen een tweede tak en nemen in 2016 een nieuwe stal in gebruik. Ze bouwen voor 110 koeien en laten twee M2erlin-melkrobots van Fullwood Packo plaatsen. De fosfaatwetgeving bemoeilijkt de groeistrategie van de melkveehouders. Noodgedwongen en met een knoop in hun maag exporteren ze 25 drachtige vaarzen.
Bij de ingebruikname van de nieuwe stal zijn er 63 melkkoeien. Mede dankzij de goedlopende zuiveltak komen de melkveehouders de moeilijke jaren na de stalbouw door. “Natuurlijk is het frustrerend dat onze groeistrategie in de war is geschopt. Maar we lopen niet met een sik rond en maken er het beste van”, vertelt Jomien. Met de aankoop van fosfaatrechten hopen Leo, Jomien en Lennard de stal alsnog vol te krijgen en de capaciteit van de M2erlins beter te benutten.
De melkveehouders werken jarenlang met een traditionele 2x4-melkstal. Ze zijn gewend om warme melk te verzuivelen. Met de ingebruikname van de melkrobots is dat niet meer mogelijk. De melk komt immers verspreid over de dag binnen. “We verzuivelen nu koude melk uit de tank”, vertelt Jomien.
De melkveehouders kiezen voor een nieuwe melktank van Fullwood Packo. Die heeft een capaciteit van 15.000 liter. Naast de tank levert Fullwood Packo ook het koelsysteem. De melk wordt voorgekoeld met leidingwater (tot 17 graden) en teruggekoeld met een ijsbankkoeler (tot 3 a 4 graden).
Leo, Jomien en Lennard hebben als zelfzuivelaars een behoorlijk hoge energierekening. Voor het koelen van de melk en het opwarmen van de zuivelproducten is nu eenmaal veel energie nodig. Met de investering in 800 zonnepanelen willen ze hun bedrijfsvoering binnenkort verder verduurzamen en efficiënter maken. Het opwekken van groene stroom is daarbij goed voor het imago van hun bedrijf.
Weidegang staat mede daarom ook niet ter discussie voor de Zeeuwse melkveehouders, die boeren op het schiereiland Walcheren. “We doen het voor de koeien, voor onszelf en zeker ook voor de consument”, zegt Jomien. De koeien kunnen via de open staldeur zo naar binnen en naar buiten lopen.
De komende jaren willen de melkveehouders met extra koeien in de stal de bezettingsgraad van de M2erlins verder omhoog schroeven. Wat betreft de zuivelboerderij hebben ze geen duidelijke groeistrategie voor ogen. “We groeien gestaag. Het is fijn dat we zelf voor meerwaarde van onze eigen melk kunnen zorgen. Maar het moet ook leuk en behapbaar blijven. We willen hier niet uitgroeien tot een zuivelfabriek. ‘Groot, groter, grootst’ is niet het credo dat bij ons past”, vertelt Jomien, die in 1998 niet kon bevroeden dat haar kleinschalige yoghurtmakerij ooit zou uitgroeien tot de moderne zuivelboerderij die het nu is.
Ervaring van Maatschap Wullink te Marle
Maatschap Wullink heeft in Marle (Ov.) een melkveebedrijf met 300 melk- en kalfkoeien, 180 stuks jongvee (waarvan 120 bij een opfokker) en 120 hectare (waarvan 30 hectare natuurland). Het rollendjaargemiddelde is 9.500 liter, met 4,30 % vet en 3,65 % eiwit. De melkveehouders doen aan weidegang, produceren VLOG-melk en leveren aan Bel Leerdammer. Op de foto poseren Eduard Wullink, medewerker Arno van der Put en Jan Wullink.
Maatschap Wullink nam in maart 2019 vijf nieuwe M2erlin melkrobots van Fullwood Packo in gebruik. De 5 melkrobots zijn ingepast in de bestaande ligboxenstal. De melkveehouders hebben een lange, smalle stal met 260 ligplaatsen. De voorzijde van de stal heeft een 2+1 indeling, het achterste staldeel is 5-rijig. De droge en verse koeien worden gehouden in een ruim opgezette strostal, met plaats voor 40 dieren.
“Het was een uitdaging om 5 melkrobots in te passen in onze bestaande stal”, vertelt Eduard Wullink, die 3 robots aan de linkerzijde van de voergang plaatste en 2 robots aan de rechterzijde van de stal liet intekenen. Voor een goede inpassing van de robots werd de stal aan beide kanten deels verbreed. “De robots zijn mooi verspreid in de stal. De koeien hebben voldoende ruimte om de robots te betreden.”
De M2erlins van Fullwood Packo passen uitstekend in de stal van Wullink. “We kunnen mooi in de lengte werken. De dieren lopen de robotbox aan de voorzijde uit. Dat is ideaal in onze smalle, lange stal.”
De melkveehouders zijn blij met hun keuze voor de 5 M2erlins van Fullwood Packo. Al na 10 dagen was de loop naar de oude melkstal uit het systeem van de koeien, waarna het robotmelken als een trein begon te lopen. Eduard Wullink: “De elektrische aansluitarm draait heel stil. Dat zorgt voor veel rust in de stal en werkt prettig voor mens én dier.” Wullink is goed te spreken over het aansluiten en de melktechniek. “De aansluitarm is smal en rank. Dat zorgt voor vrijheid onder de koe. Het aansluiten is uit de kunst. De koeien worden goed uitgemolken, waarbij ik het een groot voordeel vind dat er per kwartier wordt gemolken. De melktechniek heeft een positief effect op de uiergezondheid. Vorig jaar hadden we maar 5 koeien met uierontsteking.”
Maatschap Wullink werkte jarenlang met een 2x12-melkstal. De 2 dagelijkse melkbeurten namen in totaal 7 uur in beslag. “Dat was erg tijdrovend”, aldus Wullink. De M2erlins van Fullwood Packo zorgen voor arbeidsbesparing en -verlichting en maken hem flexibel. “Het fysieke aspect van melken wordt nog weleens onderschat. De factor vreemde arbeid speelt ook mee. Het wordt steeds lastiger om goed personeel te vinden. Met de robots heb ik bovendien meer tijd voor het gezinsleven.”
De melkveehouders bewijzen dat het mogelijk is om een grote koppel koeien te weiden én intussen ook automatisch te melken. Bijzonder is het feit dat voor de weidegang ook de uiterwaarden van de IJssel worden gebruikt. De koeien moeten een dijk over om daar te komen. Wullink laat de dieren er zo’n 3 uur per keer weiden. In die tijd kunnen de dieren niet worden gemolken. De dieren gaan terug via de huiskavel, waarna ze ook weer naar de robots kunnen. De huiskavel is 16 hectare. In de uiterwaarden beschikt Wullink over een perceel van 13 hectare voor weidegang. “De dieren zijn in 20 minuutjes aan de overkant van de dijk. Dat gaat prima”, zo vertelt Wullink over het weiden van een grote koppel koeien in de uiterwaarden.
De melkveehouder maakt geen gebruik van een weidepoort. “Voor een bedrijf van onze omvang is dat niet praktisch”, aldus Wullink. Hij zet ’s ochtends om 7 uur de deur open, om zijn dieren in de loop van de middag weer allemaal naar binnen te halen. Wullink ziet de dieren vaak in kleine koppeltjes terug naar de robots lopen. “Ze gaan vrijwel nooit alleen, maar zeker ook niet als grote groep.”Wullink laat de techniek graag voor zich werken. Hij gaat daarom bewust niet de hele dag door achter ophaalkoeien aan. “Alleen ’s ochtends en ’s avonds haal ik indien nodig koeien op. Ze moeten zelf leren om naar de robots te gaan en er zeker niet aan gewend raken opgehaald te worden.” Met goed en degelijk hekwerk kan Wullink zijn ophaalkoeien vastzetten bij de robots. “In de praktijk hebben we maar weinig ophaalkoeien. Dat komt ook doordat we geen aparte krachtvoerboxen in de stal hebben. De koeien moeten voor brok naar de robots.”
Sinds de ingebruikname van de 5 robots is Wullink heel anders met zijn koeien bezig, zo vertelt hij. “We hadden hiervoor een simpele en verouderde melkstal, zonder technische snufjes. Ik was er best wel huiverig voor om niet alle dieren meer tweemaal daags voorbij te zien komen. Maar in de praktijk blijkt dat dit geen manco is, maar juist een voordeel.” Wullink is zijn grote koppel anders gaan managen. Hij legt uit: “We hebben nu vooral aandacht voor dieren met afwijkende cijfers en meldingen. Dat is heel overzichtelijk. De andere dieren redden zich wel. Eigenlijk is het allemaal veel rustiger en overzichtelijker geworden.” De melkveehouder kan aandachtskoeien eenvoudig via zijn telefoon selecteren. Automatisch separeren gebeurt vervolgens via de robots. Separatiekoeien kunnen via 3 robots in de linker stalzijde naar het grote strohok worden gestuurd.
Maatschap Wullink bewijst dat het goed mogelijk is om robotmelken én weidgang toe te passen bij grote koppels. “De robotbezetting is in mijn ogen medebepalend voor het succes. Bij ons leidt dat er toe dat het allemaal makkelijk en soepel gaat”, aldus Wullink, die na de ingebruikname van de robots zijn arbeids- en krachtvoerkosten zag dalen. De melkveehouder richt zich vooral op goede gehaltes en streeft niet naar de allerhoogste productie. “De gemiddelde productie is na de ingebruikname van de robots met 800 liter per koe per jaar gestegen. We kunnen nog wel harder melken, maar dat is geen doel op zich. We moeten ons ook houden aan de fosfaatwetgeving”, aldus Wullink. Het aantal melkbeurten is ’s winters 3,2 en ’s zomers 2,8. “De M2erlins van Fullwood Packo dragen bij aan een goede dier- en uiergezondheid. Voor de koeien is het ideaal dat ze zelf kunnen bepalen wanneer ze worden gemolken.”
Maatschap Wullink richt zich de komende jaren vooral op optimalisatie en legt de focus op rendement. Meer koeien melken is niet meteen een wens. “We gaan in onze veestapel iets meer selecteren op robuustheid. Dat sluit aan op onze manier van boeren”, vertelt Wullink.
Het melkveebedrijf investeert intussen ook in zonne-energie. Dit voorjaar worden 1.400 zonnepanelen gelegd voor het opwekken van groene stroom. Maatschap Wullink wordt energieleverancier. “We zijn straks zelfvoorzienend en leveren daarnaast 70% van de totale opbrengst terug aan het net.”
Ervaring van Richard de Bie te Werkhoven
Richard de Bie (41) heeft in Werkhoven (U.) een melkveebedrijf met 131 melk- en kalfkoeien en 60 stuks jongvee (deels uitbesteed) op 43 hectare. Het rollend jaargemiddelde is 9.400 liter met 4,25 % vet en 3,50 % eiwit.
De melkveehouder nam op 18 juni 2019 twee nieuwe M2erlin melkrobots van Fullwood Packo in gebruik. De Bie is enthousiast over de melkrobots. “Ze bevallen goed. De robots doen datgene wat ik van ze verwacht. De koeien laten de melk mooi schieten.”
De Bie – de vierde generatie melkveehouder op het bedrijf – molk zijn koeien tot medio vorig jaar in een 2x10 melkstal. De overstap op robotmelken verliep bijzonder goed. Alle koeien waren snel gewend aan de nieuwe manier van melken. “Een week na de ingebruikname van de robots kregen we te maken met een hittegolf. We zaten middenin een grote verbouwing en de zon scheen vol op de koeien. Gelukkig is dat allemaal goed gegaan.”
De twee nieuwe melkrobots zijn geplaatst in een vrijwel nieuwe stal. De stal is 55 meter lang en 43 meter breed en heeft een open karakter. De Bie vindt het belangrijk dat zijn dieren veel frisse lucht krijgen. De ligboxen zijn bedekt met een dikke laag biobedding, gescheiden mest. Met 140 vreetplekken hoeven de dieren aan het voerhek niet op hun beurt te wachten.
De melkrobots zorgen voor veel arbeidsbesparing en flexibiliteit. “Vroeger stond ik iedere dag om 4.45 uur op. Nu gaat de wekker pas om 6.30 of 7.00 uur”, aldus De Bie, die vroeger iedere keer twee uur aan het melken was. “Ik ben veel flexibeler geworden.” De melkveehouder zit in de ledenraad van zijn afnemer FrieslandCampina. “Daarvoor ben ik soms hele dagen op pad. Dan vertrek ik om 9.00 uur ’s ochtends en ben ik ’s avonds pas om 20.00 uur thuis. Back-up hoef ik voor die dagen niet te regelen. Ik vertrouw op mijn melkrobots. Storingen zijn er niet of nauwelijks.”
De Bie koos om meerdere redenen voor de M2erlin-melkrobots van Fullwood Packo. “We molken al in een melkstal van Fullwood Packo. Ik heb veel vertrouwen in de melktechniek”, zo vertelt de melkveehouder, die onder de indruk is van de rust tijdens het melken. Dankzij de constructie van de M2erlins, met dubbele in- en uitgang, was het niet nodig om met extra separatiehekken te werken. Met zijn keuze voor Fullwood Packo kon De Bie gebruik blijven maken van de al aanwezige halsbanden en voercomputer, een bijkomend (kosten)voordeel.
De koeien worden in één grote groep gehouden. De dieren kunnen beide robo hebben veel loopruimte in de stal. De dieren kunnen elkaar gemakkelijk passeren. Ook bij de robots hebben de dieren over ruimte niet te klagen. De Bie kan de koeien via de robots automatisch separeren naar een groot strohok en een separatieruimte. De door De Bie gemaakte keuzes pakken goed uit. “Ik heb de afgelopen jaren veel bedrijven bezocht. Een goede voorbereiding, is het halve werk.”
De Bie doet aan weidegang. De koeien gaan in het voorjaar van 2020 via de achterzijde van de stal naar buiten. De Bie is van plan om de weidegang straks door de robots te laten regelen, zodat hij het aantal melkbeurten beter kan sturen. “Alleen gemolken koeien kunnen straks naar buiten. Dat is nu nog niet mogelijk omdat het stuk grond naast de stal pas is ingezaaid. Hierdoor is de beoogde looproute nu nog niet goed begaanbaar.”
In de nieuwe stal is het goed toeven voor de koeien. Terwijl een flink deel van de veestapel buiten loopt, kiezen toch ook veel koeien ervoor om op stal te blijven. De Bie kijkt terug op een hectisch 2019, waarin hij druk was met de stalbouw. Hij pakte zelf veel installatiewerk op en monteerde zelf de stalinrichting.
De melkproductie is door de ingebruikname van de M2erlins van Fullwood Packo met enkele liters per koe per dag gestegen. De melkveehouder ziet ook minder gevallen van mastitis. De Bie is druk bezig om zijn resultaten verder te optimaliseren. “Ik wil toe naar een productie van 4.000 liter melk per dag. We zitten nu op zo’n 3.500 liter. Hopelijk kunnen we binnen een paar jaar toewerken naar een jaarproductie van 1,4 miljoen liter.”
De stalbouw verliep vorig jaar zeer voorspoedig. De aannemer begon op 1 april en was al in september klaar. “We werkten met een strakke planning. Bovendien was het erg droog, ideale omstandigheden voor de stalbouw.” De Bie sleepte vorig jaar een eervolle tweede plaats in de wacht bij de verkiezing Topkuil, georganiseerd door vakblad Melkvee. De voorjaarskuil van de melkveehouder was van uitstekende kwaliteit. “Een goede ruwvoerkwaliteit is belangrijk. Daar kan je wat mee verdienen”, aldus De Bie.